Vogelen op Texel in het voorjaar is eigenlijk altijd genieten en na een paar jaar afwezigheid was het dus hoog tijd om met de vogelwerkgroep weer richting Texel te gaan. De slechte weersvoorspellingen hielden ons niet tegen en maar goed ook, want het werd heerlijk weer met slechts een paar druppels aan het einde van de dag.
Na een vroeg vertrek vanuit Alphen waren we ruim op tijd aanwezig om de boot van 08.30 uur naar Texel te nemen. Vanaf het voordek werden de eerste vogels gezien zoals visdief, grote stern, eider, rotgans, oeverloper en witgat. Eenmaal aangekomen op het eiland volgden we de oostkant van het eiland richting het noorden. De eerste stop was bij de Prins Hendrikzanddijk, een relatief nieuw gebied maar bij de vogels al zeer in trek. Vrijwilligers van Staatsbosbeheer stonden hier al klaar met een lijst van waargenomen soorten en mooie posters van vogels die hier gezien kunnen worden. Ook kregen we wat informatie over de plekken waar dit jaar de grote sterns broeden, na de vogelgriep-ramp van vorig jaar. Op de dijk werden we begroet door gele kwikstaarten, kneutjes en graspiepers en verderop zagen we de eerste lepelaars. Vanaf het uitkijkpunt waren vele grote sterns en visdieven te zien en ook rosse grutto’s en bonte strandlopers waren in behoorlijk aantallen aanwezig. Na wat langer zoeken zagen we ook meerdere dwergsterns vliegen. Op de weg terug naar de auto’s dook een distelvlinder op en de boswachter gaf nog een tip om de dwergsterns van wat dichterbij te zien. Dit was een succes, want hier vlogen ze een stuk dichterbij en kregen we ook de noordse stern in beeld.
Omdat de hele oostkant van Texel één vogelboulevard is met volop ondiepe waterplasjes, moesten we door, want anders komen we nooit bij de noordpunt terecht. In de polder tussen Ottersaat en Dijkmanshuizen stond een flinke groep rotganzen met daartussen ook drie witbuikrotganzen. Vaak een flinke klus om deze ondersoort eruit te pikken, maar nu liepen ze fraai voorin de groep. Rondom het riet vlogen meerdere bruine kiekendieven, een soort die we de rest van de dag ook nog veel zouden zien. De kluten en steenlopers waren ook zeker de moeite waard. Het volgende plasje zat weer vol met kokmeeuwen en visdieven en de sierlijke noordse stern liet zich hier ook even goed bekijken en horen om vervolgens het Wad op te vliegen. De volgende plasjes boden veel dezelfde vogelsoorten en rondom een oeverzwaluwwand vlogen zeker 100 oeverzwaluwen.
Tijd om even wat meer naar het midden van het eiland te gaan: Waal en Burg. Dit is een prachtig poldergebied met uitgestrekte velden met volop bloemen en orchideeën tussen het gras, afgewisseld met ondiep water en drassige stukken. Een paradijs voor steltlopers en die waren hier ook volop te zien. Ook de veldleeuwerik houdt van zulke gebieden en dat was meteen bij het uitstappen goed te horen, vanuit de lucht werden we begroet door de uitbundige zang van deze vogels. Qua steltlopers waren de kemphanen in de meerderheid met ook een aantal prachtig gekleurde mannetjes. Na wat zoeken werden ook de Temmincks en kleine strandloper en bosruiter gevonden. Heel in de verte werd misschien de zeldzame kleine geelpootruiter gezien, maar voor ons te ver weg om deze mee te tellen.
De tijd vloog voorbij en we hadden nog meer vogelsoorten en plekken op het programma, dus snel door. In de polders van Eierland liep een groep morinelplevieren. Andere vogelaars stonden al op de plek, dus ze waren snel gevonden. Maar, ze liepen wel erg ver weg ….. te ver om van de schoonheid van deze soort te genieten. Via een omweg kwamen we bij de nieuwe plasjes bij Dorpzicht waar een grauwe franjepoot in zomerkleed rondjes draaide. Na even zoeken werd deze gevonden, maar de mooi poserende boerenzwaluw en een regenwulp kregen ook de verdiende aandacht.
Het was alweer bijna 15.00 uur toen we bij de noordpunt van het eiland kwamen, vaak toch wel een van de betere plekken voor de vogels. Het zonnetje was inmiddels behoorlijk warm en dan wordt de activiteit vaak minder, maar toch konden we onze lijst met waarnemingen behoorlijk aanvullen. Zowel de Engelse als noordse kwikstaart lieten zich hier prachtig bekijken, terwijl op de achtergrond de nachtegaal zijn bijzondere zang liet horen. Ook zagen we diverse tapuiten die hier gelukkig ook nog tot broeden komen in de konijnenholen. Het paapje poseerde ook even mooi in de top van een struikje, maar deze zal waarschijnlijk verder naar het noorden doortrekken. Andere soorten die we op de noordpunt ook nog zagen waren o.a. zomertaling, wintertaling en grasmus.
Tijd om af te zakken richting de boot voor de terugweg, maar niet zonder de zuidkant te bezoeken met de Mokbaai en de Horsmeertjes. In de Mokbaai flinke aantallen steltlopers, maar door het lage water wel op afstand. In het riet diverse rietzangers en in de bosjes vooral zwartkoppen, fitis en grasmus. Op de Horsmeertjes zwommen nog meerdere geoorde futen en dit was de 98e vogelsoort van deze geslaagde vogeldag. Op de boot werd al afgesproken dat we volgend voorjaar zeker weer naar Texel moeten gaan!