Ook in de maanden maart en april was er op vogelgebied weer voldoende te melden. Het weer was erg wisselend met na erg warm weer ook opeens weer een lange koude periode. De wintergasten verdwenen, maar gelukkig werden de vogelsoorten van het zuiden uit flink aangevuld, al ging het door de vele noordenwind wat meer druppelsgewijs.
De soort van deze periode was toch wel de griel die door Johan van der Louw werd gezien aan de Batelaan in Koudekerk. Tijdens een rondje polder stond de griel opeens vlak naast de auto. Gelukkig lag de camera klaar voor een snelle close-up want vervolgens vloog de griel de polder in. Ondanks vele zoekende ogen werd hij niet terug gevonden.
Een paartje nonnetjes medio maart in de Wetering langs de Ziendeweg was nog een opmerkelijke winterse waarneming.
De lepelaar begon vroeg in het seizoen en nam steeds verder toe met regelmatig 1 of 2 vogels ter plaatse bij het Zaanse Rietveld. Ook de purperreiger die op 31 maart voor het eerst gezien werd, was er op tijd bij. Pas aan het einde van de maand april werden ze wat vaker gezien. De beste plek voor purperreigers is de Achtermiddenweg, met regelmaat zie je ze hier in de slootkant staan. Dat we beide soorten regelmatig zien heeft alles te maken met de broedlocatie in Nieuwkoop.
Ook de steltlopers komen deze maanden binnen. O.a. kemphaan, kluut, kleine plevier, groenpootruiter en regenwulp. Een echt goede steltloperplek hebben we helaas niet meer binnen ons gebied, de betere plekken zijn o.a. bij de Groene Jonker en Leiderdorp.
De zwartkopmeeuwen verschenen vanaf maart,vooral tussen grote groepen kokmeeuwen op gegierde weilanden. Op 8 april vloog een eerste dwergmeeuw over bij het Zaanse Rietveld, later in de maand volgden er nog enkelen.
Een prachtige rode wouw werd op 29 maart in het Bentwoud gemeld en gefotografeerd. En waar de blauwe kiekendieven nu langzaam afnemen, zien we het aantal meldingen van bruine kiekendieven flink groeien en wordt er flink aan de nesten gewerkt.
Voor visarenden is ook de juiste tijd weer aangebroken, echter valt het in onze regio nog niet mee. Er kwam één melding uit de omgeving van de Ziende bij Zwammerdam, een iets gunstigere plek i.v.m. de nabijheid van de Nieuwkoopse Plassen. Een andere melding kwam uit Hazerswoude.
Ook de zeearend staat weer op de lijst, op 16 april werd deze gezien bij Boskoop en het Zaanse Rietveld. Met de toenemende aantallen in Nederland maken we gelukkig steeds meer kans op deze ‘vliegende deur’.
Voor beflijsters lijkt het Bentwoud een goed gebied en vanaf begin april kwamen de eerste meldingen met later in de maand enkele dagen met 5 tot 9 stuks. Ook vanuit het Zaanse Rietveld werden diverse malen overvliegende beflijsters gezien en op 19 en 29 april waren ze ook langere tijd aanwezig in het gebied.
Een van de overvliegende beflijsters werd vooraf gegaan door twee appelvinken, ook geen alledaagse soort in onze regio. In de aprilmaand zijn in totaal 4 meldingen van appelvinken gedaan.
De gele kwikstaarten kwamen eind van de maand april ook op stoom en op de grens van het Bentwoud en Moerkapelle zie je er dan vaak vele tientallen tussen de schapen. Ook andere plekken in de polders, vooral waar veel vee loopt, zijn geschikte plekken. Zowel in het Zaanse Rietveld als Bentwoud zijn ook engelse kwikstaarten gezien, een ondersoort van de gele kwikstaart. Wellicht duikt komende periode ook de noordse variant met een veel donkerdere koptekening op.
De rouwkwikstaart, een variant op de witte kwikstaart, werd ook enkele malen gemeld op diverse plekken in ons werkgebied.
Aan de Kromme Aar werd een bonte vliegenvanger mooi gezien en gefotografeerd. Helaas was de vogel daarna alweer snel uit beeld.
Een fraai gekleurd mannetje gekraagde roodstaart werd gefotografeerd bij het Spookverlaat.
De nachtegaal laat zich dan wel niet zo makkelijk zien, maar zijn zang is bijna niet te missen. Vooral het Bentwoud is de laatste jaren een goede locatie gebleken voor deze soort.
In de tweede helft van april was er veel doortrek van tapuiten en ook de roodborsttapuiten zien we veel vaker dan enkele jaren geleden. Het paapje was dit voorjaar een stuk lastiger te zien met slechts één melding vanaf het IJsvogelpad.
De zomertaling krijgen we helaas niet zo vaak in beeld, maar dit jaar lieten ze zich gelukkig weer wat meer zien dan de afgelopen paar jaar.
De roerdompen verraden in maart en april hun aanwezigheid door het hoempen van het mannetje. Net als voorgaande jaren kan een rondje Bentwoud fietsen de moeite waard zijn om ze te horen en met voldoende geduld en geluk ook te zien.