Op een koude, maar eindelijk weer eens zonnige dag stonden 8 personen paraat voor de excursie naar de Zuid-Hollandse eilanden.
Een van de doelen was het zien van dwergganzen in het Oudeland van Strijen, maar omdat de groep ganzen inmiddels (tijdelijk) verhuisd was naar het Noord-Hollandse Camperduin besloten we in overleg om een andere route te nemen die we eerdere jaren ook gereden hadden.
De buitenhaven van Stellendam met het uitzicht op de Kwade Hoek is altijd een goede start , al was het wel echt even wennen aan de vriestemperaturen. Hoe mooi is het dan als je twee (gewone ) zeehonden in het ochtendzonnetje ziet genieten alsof het heerlijk warm is!
Veel vogels waren aanwezig, zoals o.a.: lepelaar, grote zilverreiger, bonte strandloper, drieteenstrandloper, tureluur, wulp en kluut.
De thermosflessen koffie kwamen uit de auto terwijl we uitkeken over het naastgelegen Zuiderdiep waar vele honderden kuifeenden en tafeleenden aanwezig waren. Nu was het zoeken naar de, op de kuifeend lijkende, topper en met wat geduld werden er minimaal 6 gevonden. Ook een mannetje pijlstaart en brilduiker werden aan de lijst toegevoegd. De dodaars zwom er ook en dook regelmatig en vanuit het riet klonk een gillende waterral en later ook nog de zang van een cetti’s zanger.
Vervolgens op naar de polders tussen Goedereede en Ouddorp waar in de winter altijd grote groepen ganzen verblijven. Vanaf de Kwade Hoek hadden we er al minimaal 1000 naar de polders zien vliegen en eenmaal ter plaatse bleken er dicht bij elkaar drie grote groepen met duizenden brandganzen te zitten. Nog maar net uit de auto gaf Jeroen een schreeuw dat hij een kleine roofvogel zag, een smelleken. Deze hebben we enige tijd mooi kunnen bekijken, laag vliegend over het gras en af en toe kort zittend op een paaltje.
In de eerste groep ganzen zaten weinig andere soorten dan brandganzen, maar een andere vogelaar maakte ons erop attent dat in de derde groep een fraaie roodhalsgans zat. De groep zat op redelijke afstand, maar precies goed qua licht waardoor de roodhalsgans (zeker door de telescopen) goed te bekijken was.
Bij het uitzichtpunt bij Markenje zagen we de eerste middelste zaagbekken en werd een groep grutto’s gezien. In deze tijd van het jaar gingen we uit van de rosse grutto, maar uiteindelijk bleek het om de gewone grutto te gaan die dus kennelijk ook de vrieskou tegenwoordig trotseert. De bruine kiekendief vloog boven het riet en een ree liep rustig door de polder. In deze polder konden we een grote groep brandganzen tot dichtbij benaderen. Helaas in deze groep echter geen bijzonderheden.
Op naar de Brouwersdam waar bij het haventje meteen de zwarte zeekoet ontdekt werd. Deze leek richting strand te zwemmen, maar toen we daar eenmaal stonden zagen we het beestje niet meer zo snel. Je stond hier echter wel heerlijk uit de wind in het zonnetje. Zoeken met de kijkers leverde hier flink wat roodkeelduikers, middelste zaagbekken, eiders en kuifduikers op.
Even verderop langs de dam meer brilduikers, kuifduikers, zaagbekken en zwarte zee-eenden die op de rustige zee goed te bekijken waren.
Bij de sluis werd door Menno tussen de meeuwen nog gezocht naar afwijkende exemplaren of ringen, maar deze werden niet gevonden. Bij de inlaat een grote groep paarse strandlopers, steenlopers en scholeksters.
De tijd vloog voorbij en we wilden nog naar de binnenzijde van de Grevelingen voor een bezoek aan Battenoord, de plek die in Nederland bekend staand om de overwinterende flamingo’s. Heel moeilijk werd het ons niet gemaakt, want bij het oprijden van de dijk zagen we de grote groep flamingo’s al vlak naast de haven staan. Erg leuk was het dansende (balts)gedrag met heen en weer bewegende koppen terwijl ze achter elkaar aan door het water lopen met hun lange poten. Een mooi schouwspel om de excursie mee af te sluiten!